De koper van een voormalig postkantoor meende de samenloopvrijstelling overdrachtsbelasting toe te kunnen passen. Het postkantoor was door de verkoper verbouwd tot een multifunctioneel gebouw met winkelruimte, kantoorruimte en horeca. Tevens waren een nieuwe entree voor de kantoren en drie nieuwe ingangen gerealiseerd. Bij de verbouwing waren onder meer de binnenmuren, grote delen van de fundering en zijmuren verwijderd en de begane grond is uitgebreid. Voor de verbouwing was een nieuwe verzwaarde vloer met fundering geplaatst. Bovenop de nieuwbouw is een parkeerdek met 67 parkeerplaatsen gebouwd. De uitstraling van het gebouw bleef ondanks deze werkzaamheden in stand.
Rechtsvraag en belang
In geschil is of de koper ter zake van de verkrijging van het voormalig postkantoor overdrachtsbelasting verschuldigd is. De vraag is of sprake is van de verkrijging van nieuw vervaardigd vastgoed voor de btw waardoor voor de overdrachtsbelasting de samenloopvrijstelling overdrachtsbelasting van toepassing is.
Beoordeling
Volgens vaste jurisprudentie van de Hoge Raad is sprake van de vervaardiging van een nieuwe onroerende zaak voor de btw indien sprake is van ‘in wezen nieuwbouw’. Om de redenen die eerder in dit bericht staan opgenomen oordeelt de Rechtbank Zeeland-West-Brabant dat ten aanzien van het postkantoor in wezen nieuwbouw heeft plaatsgevonden. Dat de uitstraling van het postgebouw in stand is gebleven doet hier niets aan.
Dat betekent dat de samenloopvrijstelling van toepassing is.
Praktijkbelang
In de onderhavige zaak is naar onze mening duidelijk sprake van vervaardiging, omdat de constructie en de omvang van het gebouw in belangrijke mate zijn gewijzigd. Het oordeel van de rechtbank toont aan dat ook sprake kan zijn van de vervaardiging van een nieuw gebouw indien de uitstraling/het uiterlijk van het gebouw slechts beperkt wijzigt. Het vervaardigingsvraagstuk blijft echter sterk afhankelijk (van de weging) van de feiten en omstandigheden van het geval.