Achtergrond
Sinds 10 maart 2018 kan in België een taks op effectenrekeningen verschuldigd zijn door natuurlijke personen die belastbare financiële instrumenten aanhouden op een of meer effectenrekeningen bij al dan niet in België gevestigde tussenpersonen. Als de gemiddelde waarde van de belastbare financiële instrumenten de drempel van 500.000 euro bereikt of overschrijdt is een taks van 0,15% verschuldigd op jaarbasis. In principe worden de waarden op 4 referentietijdstippen - 31 december, 31 maart, 30 juni en 30 september - opgeteld en gedeeld door 4.
Beslissing van het Grondwettelijk Hof
Op 17 oktober 2019, heeft het Grondwettelijk Hof deze effectentaks vernietigd. Het Hof stelt dat de effectentaks het grondwettelijk beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie op meerdere punten schendt. Zo acht het Hof het o.m. niet redelijk verantwoord dat de taks niet van toepassing is op afgeleide financiële producten die op een effectenrekening worden ingeschreven of op aandelen op naam.
Gevolgen
In beginsel heeft een vernietiging terugwerkende kracht. Dit betekent dat de vernietigde norm geacht wordt niet te hebben bestaan. Gelet op de budgettaire en administratieve gevolgen die een vernietiging met terugwerkende kracht teweeg brengt, worden de gevolgen van de vernietigde effectentaks door het Hof evenwel gehandhaafd voor de taks die verschuldigd is voor de referentieperiodes die eindigen vóór of op 30 september 2019.